In het geval van grasland inzaaien wordt de weerspiegeling van het gewas in het infraroodbereik gemeten tijdens het rijden om de bladmassa te bepalen. Op grond hiervan kan de systeemsoftware beschadiging van de graszode identificeren en de vereiste zaaipercentages berekenen. In eenvoudige bewoordingen: een lage weerspiegeling betekent een verslechterde grasmat, het systeem reageert hierop real-time op door plaatsspecifiek te zaaien.
Afhankelijk van de condities van de weien en het grasland kan vertrapingsschade of schade veroorzaakt door onkruid of muizen worden hersteld en kan er meer product van hoge kwaliteit worden verkregen. Dit kan gebeuren in de vroege lente of tussen de maaibeurten begin september.
Hier vindt u meer informatie over de monitoring van gewasgezondheid en de CropSpec-sensor.