Een slecht gedeelte van een perceel is niet altijd met het blote oog te zien. Pas als bijvoorbeeld de aardappels boven komen, kan blijken dat de groei en de opbrengst te wensen over laten. Het monitoren van een perceel kan helpen bij de bemesting en uiteindelijk bij het behalen van de gewenste opbrengst.
Te weinig nutriënten, droogte, een andere pootafstand, een te hoge of juist te lage pH-waarde. Een lagere opbrengst kan allerlei oorzaken hebben. Wordt er achteraf een probleem geconstateerd, dan is daar niet veel meer aan te doen. Het is dan zaak om voor het volgende teeltseizoen het probleem op te lossen. Het is dus beter om op de zaken vooruit te lopen en eventuele problemen vroegtijdig in kaart te brengen. Met behulp van sensortechniek is dat snel en efficiënt te doen.