Snel keren op de kopakker, rijen overslaan en geleidingslijnen. Het zijn factoren die zorgen voor een hoge mate van efficiëntie van het veldwerk. Bovendien helpen geleidingslijnen bij een optimale dekking van een perceel.
Geleidingslijnen worden gemaakt aan de hand van de breedte van het werktuig. Op basis van dat gegeven worden lijnen op gelijke afstand van elkaar uitgezet op een perceel. Daarbij is het van belang van te voren goed na te denken over de te rijden lijnen. Is uitgeren bijvoorbeeld nodig? En is een perceel rechthoekig of heeft het een gebogen grens?
Als er over het algemeen in rechte lijnen gewerkt wordt, moet de AB-lijn zo dicht mogelijk bij de kopakker ofwel keerstrook geplaatst worden. Op die manier kunnen de geleidingslijnen met gelijke tussenafstanden worden uitgezet over het gehele werkgebied. Wanneer een perceel niet rechthoekig is en dus een gebogen of golvende grens heeft, dan is de beste optie gebruik te maken van identieke booglijnen als geleidingslijnen.
Geleidingslijnen kunnen worden opgeslagen in meerdere groepen. Zo is er voor onder meer zaaien, ploegen, spuiten en oogsten een aparte groep. De te rijden lijnen zijn bij elke bewerking identiek. Dat komt niet alleen het rendement ten goede, ook is het handig wanneer de werkzaamheden door verschillende chauffeurs worden uitgevoerd.